Prins Bernhard heeft tot zijn dood gepoogd te verhullen dat hij bijna vanaf het begin lid was van de NSDAP, de partij van Hitler. Hij zette daartoe onder meer wetenschappers van het toenmalige Rijks Instituut voor oorlogsdocumentatie van Lou de Jong onder druk. En volgens oud-onderzoeker Aalders zwichtte het instituut tegelmatig voor druk vanuit Soestdijk of het Catshuis. Dat zegt hij tegen Het Parool. Hij geeft een voorbeeld. Het telefoontje van 'Soestdijk' kwam via het centrale nummer binnen. Onderzoeker Gerard Aalders vermoedde een grappenmaker, maar de stem en het Duitse accent bevestigden dat het prins Bernhard zelf was. Hij was boos over de onthulling in Aalders' boek De affaire Sanders, dat de prins in de jaren dertig lid was van de NSDAP, de partij van Adolf Hitler. "Hij wilde zijn gram halen, zei dat het niet deugde," zegt Aalders. "Zijn redenering dat hij geen NSDAP-lid kon zijn geweest, kwam er min of meer op neer dat hij maandenlang geen contributie had betaald. Mijn tegenwerping dat hij dus maandenlang wél had betaald, hoorde hij niet of wenste hij niet te horen. Het gesprek duurde vijf minuten." Niet alleen de prins, ook premier Kok probeerde publicatie te verhinderen. Het lukte de verschijning van het boek ernstig te vertragen. "Ik was verbaasd dat prins Bernhard, die jaren had gelogen en door bleef liegen, de hand boven het hoofd werd gehouden.