Renate Dorrestein, een van de meest gelezen schrijvers van het land, heeft vermoedelijk nog een jaar te leven. Kanker. Ze praat over de dood in het Volkskrant Magazine.
'Het is zó moeilijk je voor te stellen dat je er niet meer bent. Je weet dat je ooit doodgaat, maar als het je wordt aangezegd, sta je er toch versteld van hoezeer je hier niet op had gerekend. Ik denk dat het niet in het menselijk repertoire zit je de eigen eindigheid voor te stellen. Het je écht voor te kunnen stellen.'
'Het geloof is heel troostrijk, want wij gaan allemaal door naar de hemel - natuurlijk ga ik naar de hemel, wat heb ik in de hel te zoeken, ik ben mijn leven lang een ontzettend brave vrouw geweest. En daar gaan we het heel fijn hebben.
Alle geloof is hoop, hoor. Maar het is wel heel troostend. Ik heb een vriend die longkanker heeft en niet gelovig is. Ik begrijp niet hoe hij die ziekte doorstaat. De katholieke kerk is natuurlijk ontmaskerd als een vreselijk instituut. Maar je moet nooit het instituut verwarren met de leer, en vooral niet met de intentie. Ik geloof gewoon in God, klaar.
En we moeten natuurlijk ook niet doen alsof ik in de wieg gesmoord word. Ik ben 63. We zijn zo gefixeerd op dat eeuwige jong blijven. En ook op dat we alles moeten zien te fiksen, dat alles máákbaar is. Mijn beste vriendin Liesbeth ging dood toen ze begin 40 was en liet twee jonge kinderen achter. Dat zijn drama's, dan zeg je: die was te jong. Maar niet van iemand van mijn leeftijd. Dat vind ik zo'n overschatting van wat een mens überhaupt betekent: alsof je niet ophoudt onmisbaar te zijn.'