In 2008 is in Jordanië een aantal loden tabletten gevonden, waarop melding wordt gemaakt van
Jezus. Het gaat om 70 bladzijden ter grootte van een bankpasje. Lang dacht men dat het oude manuscript nep was, maar uit een analyse blijkt nu dat de tekst ongeveer tweeduizend jaar oud is. De tabletten werpen nieuw licht op het ontstaan van het christendom. De 'pagina's' die bij elkaar worden gehouden met ijzeren ringbanden beschrijven Jezus en zijn discipelen. De tekst suggereert dat Jezus niet zijn eigen geloof begon, maar een traditie uit de tijd van koning David in ere herstelde. Hij wilde een oude joodse geloofsrichting beschermen, waarin ook een veel grotere rol was weggelegd voor een vrouwelijke godheid. De god die hij aanbad was bovendien man noch
vrouw. Het onderzoek van professors Roger Webb en Chris Jeynes van de universiteit van Surrey heeft uitgewezen dat de codex tussen de 1.800 en 2.000 jaar oud is. Dat is bijzonder, omdat Jezus buiten de bijbel niet vaak genoemd wordt. Dit zou het oudste en enige Hebreeuws-Christelijke document zijn. Volgens de tabletten zou het christendom gesticht zijn op basis van wat Jezus deed in de Tempel van Salomo, de tempel in Jeruzalem waarvan veel Joden geloven dat god er woonde. 'Jezus ging de tempel binnen om een verbond met God te hernieuwen,' aldus de onderzoekers.