Volgens de moet je dit lezen voor je op pad gaat: En hij vertelde hun de volgende gelijkenis: ‘Het landgoed van een rijke man had veel opgebracht, en daarom vroeg hij zich af: Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn voorraden op te slaan. Toen zei hij bij zichzelf: Wat ik zal doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan, en dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel goederen in voorraad, genoeg voor vele jaren! Neem rust, eet, drink en vermaak je. Maar God zei tegen hem: “Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen?” Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.’ Het leven met God brengt veel op. Zeker als je ook blij bent met alles wat je hebt. 7 Per slot van rekening hebben wij bij onze geboorte niets meegebracht; en als wij sterven, zullen wij ook niets kunnen meenemen. 8 Daarom moeten wij tevreden zijn zolang wij maar voeding en onderdak hebben. 9 Maar wie graag rijk willen worden, komen al gauw in verleiding om verkeerde dingen te doen. Zij verlangen naar onnodige en verkeerde dingen en gaan tenslotte verloren. 10 Want de liefde voor het geld is de eerste stap naar allerlei andere zonden. Sommige mensen hebben zich daarvoor zelfs van God afgewend en zich veel ellende op de hals gehaald. 18 Een hooggeplaatst persoon vroeg hem: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ 19Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, alleen God. 20U kent de geboden: pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, leg geen vals getuigenis af, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ 21De man zei: ‘Aan dat alles heb ik me sinds mijn jeugd gehouden.’ 22Toen Jezus dat hoorde, zei hij: ‘Nog één ding ontbreekt u. Verkoop alles wat u hebt en verdeel de opbrengst onder de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg mij!’ 23Toen de man dat hoorde, werd hij diepbedroefd. Hij was namelijk zeer rijk.
19 Verzamel geen schatten op aarde, waar mot of houtworm ze aantast, en waar dieven inbreken om ze te stelen. 20 Maar verzamel schatten in de hemel, waar mot noch houtworm ze aantasten, en waar geen dieven inbreken om ze te stelen. 21 Want waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.
De groep mensen die het geloof had aanvaard, leefde eendrachtig samen. Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk. 33De apostelen bleven met grote kracht getuigen van de opstanding van de Heer Jezus, en God begunstigde allen rijkelijk. 34Niemand onder hen leed enig gebrek: wie een stuk grond of een huis bezat, verkocht het, bracht de opbrengst naar de apostelen35en legde die aan hun voeten neer, waarna het geld naar behoefte onder de gelovigen werd verdeeld.
Bron(nen): Huffington Post