De laatste jaren wordt er luid gejubeld over de opkomst van Afrika. Econoom aan de universiteit van Kaapstad, Grieve Chelwa, vindt dat er te vroeg wordt gejuicht. Voor duurzame
economische groei is, net als in Europa destijds en meer recent in Azië, industrialisatie nodig en dat is nu juist waar het aan ontbreekt in de meeste Afrikaanse landen, schrijft hij. De huidige opleving van veel Afrikaanse economieën na decennia van krimp is grotendeels het gevolg van externe factoren: een prijsstijging van grondstoffen en de explosieve groei van China. Interne factoren, zoals het herstel van de macro-economische stabiliteit en het verbeteren van de kwaliteit van politieke instellingen, helpen wel, maar niet langdurig. Harvard-econoom Dani Rodrik wijst erop dat goed macro-economisch beleid weliswaar zorgt voor minder crises, maar op zichzelf niet tot groei leidt. Ook concludeert hij dat in Latijns-Amerika de afgelopen twintig jaar de kwaliteit van politieke instellingen sterk is verbeterd, maar dat dit slechts geringe positieve gevolgen had voor de groei. Volgens Rodrik ontstaat duurzame groei pas als een economie minder afhankelijk wordt van landbouw en meer van
industrie. Grootschalige industrialisatie leidde in Azië en in het Westen tot snelle groei. In Afrika is helaas wat anders aan de hand. Het aantal mensen dat in de landbouw werkt, neemt inderdaad sterk af. Daarvan profiteert echter niet de industrie maar de dienstensector, die veel minder productief is. Het aandeel van de industrie in de economie van de meeste Afrikaanse landen is gedaald, van ongeveer 15 procent in de jaren zeventig tot zo'n 10 procent nu. Afrika is dus in feite gedeïndustrialiseerd, benadrukt Chelwa. Hij stelt dat dit het gevolg is van het zogenoemde structurele aanpassingsbeleid van begin jaren tachtig, waarmee het steunen van de industriële sector werd ontmoedigd, omdat dit verspilling zou zijn. Subsidies aan de industrie werden verminderd en handelsbarrières afgebroken. Al deze adviezen werden gegeven, ondanks het feit dat de ontwikkelde landen ook zijn geïndustrialiseerd met behulp van staatssteun en protectionistisch beleid. Cambridge-econoom Ha-Joon Chang noemt dit verschijnsel, van rijke landen die arme landen een beleid opdringen dat ze zelf tijdens hun eigen opkomst niet hebben gehanteerd, het ‘wegtrappen van de ladder’. Als Afrika vooruit wil, moet het industrialiseren, aldus de uit Zambia afkomstige econoom Grieve Chelwa.