DEN HAAG (ANP) - ASML-topman Peter Wennink is "geïrriteerd" dat een aantal politici heeft afgezegd voor een conferentie over de aantrekkelijkheid van Nederland voor technologische start-ups. De mate waarin innovatieve bedrijven kunnen groeien in ons land is volgens hem erg belangrijk voor de toekomst van Nederland en Europa. Die boodschap landt maar langzaam in Den Haag, vindt Wennink.
"Ik ben geïrriteerd, om de simpele reden dat bij deze bijeenkomst ook de politiek moet zitten. Er waren zes Kamerleden uitgenodigd, vijf daarvan hebben vanochtend afgezegd. En dit gaat over het toekomstige verdienvermogen van Nederland", zei Wennink na afloop van een panelgesprek met minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat). De afzeggingen illustreren volgens hem de matige interesse in het laten groeien en behouden van vernieuwende bedrijven.
Die houding is volgens Wennink gevaarlijk, omdat Nederland zonder eigen innovatie te afhankelijk wordt van het buitenland. "Omdat wij dan uiteindelijk consumenten worden van de waarde die anderen creëren, dat gaat een hoop geld kosten", zei hij op het evenement State of Dutch Tech.
Vestigingsklimaat
Het kabinet werkt aan een plan om ASML, monopolist met geavanceerde chipmachines, voor Nederland te behouden. Wennink spreekt op woensdag met de minister-president over wat hij belangrijk vindt voor het vestigingsklimaat. "Ik ga praten over problematiek en hoe we die moeten oplossen. Het gaat niet alleen om ASML-problemen, het zijn de problemen van Nederland en over het verdienvermogen", zegt Wennink daarover.
Tegelijkertijd is het nog niet zeker dat ASML uitbreidt in Nederland. "Wij moeten tot de conclusie komen dat we in Nederland verantwoord kunnen groeien. En we hebben die conclusie op dit moment nog niet getrokken."
Net als andere bedrijven loopt ASML te hoop tegen het mogelijke afschaffen van een gunstige belastingmaatregel voor expats. Maar volgens Wennink zou de regering ook de samenwerking tussen universiteiten en het bedrijfsleven meer moeten faciliteren. Goede ideeën zijn er volgens hem genoeg bij onderzoekers, alleen ontbreekt het vervolgens aan goede contacten. Ook vrezen universiteiten volgens Wennink ten onrechte dat hun academische vrijheid in het geding is bij samenwerkingen met bedrijven. "Die academische vrijheid is er altijd."