Bekende antropoloog: "Onze werkethiek maakt ons ziek"

Economie
zaterdag, 17 juli 2021 om 13:49
welingelichtekringen header 1
De coronapandemie heeft onze kijk op werk veranderd. Uren in de file, de lawaaierige kantoortuin en andere vervelende verplichtingen blijken in veel gevallen helemaal niet nodig om ons werk goed te doen. Antropoloog James Suzman van de universiteit van Oxford hoopt dat de veranderingen blijvend van aard zijn, vertelt hij in De Standaard. "Onze werkethiek stamt nog uit de agrarische samenleving. Je moest toen hard werken om periodes van schaarste te overbruggen. Die werkethiek maakt ons ziek."
DeugdzaamHij schrijft dat we al langer een verknipte relatie met werk hebben. "Alle doelstellingen van werk zijn cultureel, en cultuur is iets wat we zelf maken, en ook erven van vorige generaties. Dat hard werken deugdzaam is en ijdelheid een zonde, hebben we over­geërfd uit de agrarische samenleving die voorafging aan de industriële ­revolutie. In landbouwgemeenschappen is er een nauw verband tussen hoe hard je werkt en hoeveel opbrengst je hebt. En je hebt die opbrengst nodig. Je moet een voorraad aanleggen voor de winter," zo legt hij uit in de Vlaamse krant.
"In onze wereld is het verband ­verloren gegaan tussen hoe hard je werkt en hoe je verloond wordt. We houden vast aan de illusie dat we er extra voor beloond zullen worden, en dat is absolute nonsens. De waarheid is dat alleen de ceo’s en aandeelhouders de winsten opstrijken. Daardoor nam de ongelijkheid in onze samenleving exponentieel toe."
PlezierVolgens de bekende antropoloog ervaren veel mensen weinig plezier in hun werk. "Onderzoek leert dat maar een op de tien Europeanen geëngageerd in zijn job staat en er plezier, voldoening en zingeving uithaalt. Zeven op de tien geven hun werkgever wel hun tijd, maar niet hun passie. Ze doen hun werk keurig en zijn blij dat ze op tijd naar huis kunnen. Twee op de tien vinden hun werk zo vervelend dat ze ook nog eens proberen het werk van hun collega’s te ondermijnen. En het toppunt is dat dit economische systeem niet alleen ons heden verknalt, maar ook onze toekomst opeet. Hoe meer er in een land gewerkt wordt, hoe meer broeikasgassen er worden uitgestoten. Want al die werkende mensen pendelen en gebruiken computers en elektriciteit."
GroeiMaar gaat minder werken niet ten koste van de economische groei? "Wat is groei, hoe definieer je dat? Als ik aan menselijk kapitaal denk, denk ik aan zoveel getalenteerde muzikanten en artiesten die nu de pech hebben dat ze niet doorbreken, en daarom hun leven lang in cafés en restaurants moeten werken om rond te komen. Ik denk ook aan al die briljante studenten die van Cambridge en Oxford recht naar Goldman Sachs en McKinsey gaan, waar ze spreadsheets met cijfers vullen. Terwijl ze misschien liever leraar zouden worden of verpleger of dokter. Alle banen die echt van belang zijn in de samenleving, zoals de zorg en het onderwijs, worden nu onvoldoende gewaardeerd. De een verdient veel geld en heeft een job die geen voldoening biedt. De ander gaat voor zingeving en een baan met betekenis, maar wordt daar niet ­genoeg voor verloond. Er zou zoveel meer echte groei zijn als meer mensen konden doen wat ze graag doen."
De coronacrisis heeft zijn ideeën bevestigd. "Dit was een experiment op grote schaal. We leerden dat verandering mogelijk is. Had je dit anderhalf jaar geleden voorgesteld aan werkgevers, ze zouden je weggelachen hebben: onmogelijk. Maar we leerden dat thuiswerk niet zo’n ramp is gebleken als iedereen dacht." Sterker nog, de meesten vinden het erg fijn en willen niet meer terug.
Bron(nen): De Standaard