De huurprijzen lagen in juli van dit jaar gemiddeld 2 procent hoger dan een jaar eerder. Daarmee is de stijging volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) minder groot dan de 3 procent een jaar eerder. Het CBS onderzocht zowel de prijzen van sociale huurwoningen als die in de vrije sector. Vrijesectorwoningen stegen het hardst met gemiddeld 4,5 procent. Dat was een jaar eerder 3,8 procent. Bewoners van een sociale huurwoning van corporaties betaalden slechts 0,1 procent meer. Vorig jaar was de stijging 2,6 procent. Deze huizen zijn niet alleen maar in handen van corporaties. Bij andere verhuurders van sociale huurwoningen gingen de prijzen met gemiddeld 3,7 procent omhoog, vergeleken met 2,8 procent in 2022. Woningcorporaties Bijna 70 procent van alle huurwoningen is in het bezit van woningcorporaties. De maximaal toegestane huurverhoging is afhankelijk van het soort verhuur, sociale huurwoningen of vrijesector huurhuizen. Huishoudens met een laag inkomen komen dit jaar onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor een huurverlaging. Als een huurwoning van bewoner wisselt, gelden er andere regels en wordt de huur meestal meer verhoogd. Gemiddeld stegen de huren bij bewonerswisseling met 10,9 procent, dit is meer dan in 2022 (9,7 procent). Sinds 2014 zijn de huren bij bewonerswisselingen niet zo hard gestegen als in 2023.