Gisteravond ondertekende de Britse premier Theresa May de formele
brief waarmee Groot-Brittannië aangeeft de Europese Unie te zullen verlaten. De brief is per trein het Kanaal overgestoken en uiteindelijk in
Brussel gearriveerd. Vanmiddag om half 2 heeft EU-president Donald Tusk de Artikel 50-brief officieel in ontvangst genomen. Nu is er een strakke deadline: precies twee jaar nadat de brief op de bus is gegaan, is het Verenigd Koninkrijk geen lid meer van de EU. Er moet dus nog veel gebeuren voor 29 maart 2019. Ten eerste moeten de
Britten nog 60 miljard euro afrekenen. Dat bedrag bestaat onder meer uit de pensioenen die duizenden Britten ontvangen die in Brussel hebben gewerkt. Tevens hebben de Britten ingestemd met een EU-begroting waar zij aan mee moeten blijven betalen. Maar de EU zal ook een tegenrekening ontvangen. De Britten willen hun deel van de EU-bezittingen hebben, zoals een kunst- en wijncollectie. Er wonen mensen uit de EU in Engeland (3 miljoen) en er wonen Engelsen in andere EU-lidstaten (1,2 miljoen). Van May mogen de Europeanen in Groot-Brittannië blijven als de Britse burgers ook in de andere EU-landen mogen blijven. Maar dat is nog niet zo simpel. Wat doe je bijvoorbeeld met EU-burgers die net een maand in Engeland wonen? De 27 EU-landen exporteren ieder jaar voor 302 miljard aan goederen naar de Britten, andersom gaat er voor 184 miljard terug. Hoe moet het daarmee verder? Het bedrijfsleven wil snel duidelijkheid. Om de handel zo min mogelijk te belemmeren en omdat twee jaar veel te kort is voor de onderhandelingen, wordt er al gesproken over een overgangsregeling. Maar Brussel benadrukt dat de Britten geen handelspositie mogen krijgen die beter is dan die van de 27 overgebleven EU-landen.