De feiten over het basisinkomen: is het dan toch niet zo'n goed idee?

Economie
maandag, 14 januari 2019 om 12:18
welingelichtekringen header 1
Het debat over het basisinkomen wordt te vaak gevoerd vanuit idealen en overtuigingen en te weinig vanuit feiten en onderzoek. Ingrid Robeyns, hoogleraar ethiek van instituties aan de Universiteit Utrecht, legt in een essay in Trouw uit wat een basisinkomen daadwerkelijk betekent. Een basisinkomen is een onvoorwaardelijke, maandelijkse uitkering, die voor iedere burger gelijk is en in de plaats komt van het huidige sociale zekerheidsstelsel. Het is een soort AOW, maar dan voor iedereen. Er staat geen tegenprestatie tegenover en je hoeft er niet arm of ziek voor te zijn om het te ontvangen. Voorstanders denken daarmee een einde te maken aan de armoede en vrijheid te scheppen voor mensen om te doen wat ze echt willen. Ook zou er ruimte ontstaan voor het volgen van extra onderwijs, voor mantelzorg en voor zelfontplooiing bijvoorbeeld in de vorm van een eigen bedrijf. Tegenstanders stellen vooral dat het onbetaalbaar is en mensen lui maakt. Onderzoek van de Universiteit Antwerpen toont aan dat een substantieel basisinkomen inderdaad erg duur is. De onderzoekers werkten met drie scenario's: een laag, midden en hoog basisinkomen. Het lage basisinkomen (415 euro per maand) is mogelijk door bijstand, WW, nabestaandenpensioen en alle heffingskortingen af te schaffen, becijferden de Antwerpse wetenschappers. Het middenscenario is de helft van het bedrag van een koppel dat in de bijstand zit (702 euro). Om dat te bekostigen zal ook nog het basisinkomen zelf belast moeten worden. Het hoge scenario is het bedrag dat een alleenstaande in de bijstand krijgt (982 euro). Om dat voor iedereen op te brengen, moeten de tarieven van de persoonlijke inkomstenbelasting met 24 procent omhoog. De gevolgen van deze scenario's? In de eerste twee gevallen nemen ongelijkheid en armoede toe en zijn het vooral de economisch sterkeren die erop vooruitgaan, schrijft Robeyns. In het hoge scenario nemen armoede en ongelijkheid licht af, maar daar rijst de vraag of de belastingbetaler bereid is om de veel hogere belastingtarieven te betalen. Bovendien: Kan die lichte afname van armoede en ongelijkheid niet op een goedkopere manier worden bereikt? Zo zou je kunnen investeren in de publieke sector, meer specifiek de salarissen van leraren, agenten of verzorgenden. Veel van de voorstanders van een basisinkomen willen ontsnappen uit hun zogenoemde 'bullshit jobs' (kantoorbanen voor hogeropgeleiden die volstrekt nutteloos zijn). Als zij voor een prima salaris en zonder die veel te hoge werkdruk aan de slag kunnen in het onderwijs of de zorg doen ze wél iets nuttigs en los je direct de tekorten in die sectoren op. Ook kun je armoede op andere manieren bestrijden dan met zo'n duur basisinkomen, bijvoorbeeld door het al vaker genoemde idee van de gesubsidieerde basisbaan: werk dat maatschappelijk zinvol is, structuur biedt en zelfrespect en sociale netwerken oplevert. Het gaat er in dit debat vooral om waar het basisinkomen precies een oplossing voor biedt en of dat niet op andere manieren beter en goedkoper kan. Want er is, voorlopig althans, nu eenmaal geen eindeloze hoeveelheid geld.
Bron(nen): Trouw