Vanaf nu gaat het alleen nog bergaf met onze kapitalistische maatschappij, concludeert de Utrechtse hoogleraar economische
geschiedenis Bas van Bavel. Hij deed bijna tien jaar onderzoek naar markteconomieën, onder andere in de Nederlandse Gouden Eeuw, het Italië van de late middeleeuwen en het Irak van de vroege middeleeuwen. "Ik zie de geschiedenis als onze enige betrouwbare kennisbron daarover," legt Van Bavel uit in een groot interview in Vlaamse krant . "En in de hele geschiedenis hebben we een stuk of tien markteconomieën gekend. In al die gevallen is precies hetzelfde gebeurd, in precies dezelfde cyclische beweging. De neergang is onontkoombaar." De groeiende ongelijkheid en economische stagnering zijn de eerste tekenen.
Dwang van de elite "Kijk, de default-positie van elke samenleving in alle tijden is die van een elite die dwang uitoefent over de meerderheid," vertelt de hoogleraar. "Een markteconomie ontstaat als mensen zich gaan organiseren in allerlei sociale bewegingen. Ze bevrijden zich van dwang, en op dat moment kunnen ze besluiten om vrije markten voor grond, arbeid en kapitaal op te zetten. In het begin werkt ze fantastisch. Dat zagen we bij ons van halverwege vorige eeuw tot ongeveer de jaren tachtig."
Hij vervolgt: "Maar daarna ontstaat er in elke markteconomie een accumulatie van grond en kapitaal in handen van een marktelite. Niet de oude elite van de adel, maar van succesvolle mensen die steeds meer vermogen verzamelen. Dat vermogen zetten ze om in politieke invloed en zo kunnen ze de regels van het marktverkeer in hun voordeel ombuigen. De markt wordt steeds minder inclusief, de ongelijkheid neemt toe, de economie stagneert en zakt in."
Herverdeling Van Bavel is er van overtuigd dat de vermogensongelijkheid in West-Europa net zo groot is als in de VS. "De netto-inkomensongelijkheid, dat ligt anders. Die is bij ons inderdaad niet hoog, en dat gebeurt met kunst- en vliegwerk, door een enorme redistributie van het inkomen. In Nederland wordt iedere euro die met vermogen wordt verdiend, voor 8 à 9 procent belast. Iedere euro die met arbeid wordt verdiend, wordt voor 35 tot 40 procent belast. De herverdelingsmachine zit aan de grenzen van het mogelijke."
Dominante markt Hij noemt het idee dat we onze welvaart te danken hebben aan de dominantie van de markt een fabeltje. "De markt is pas dominant geworden in de jaren tachtig of negentig. En wanneer is België welvarend geworden? Tussen 1900 en 1980. In de periode dat de markt niet dominant was, maar boerenbonden, coöperatieve verzekeringen, middenstandsverenigingen, familiebedrijven, coöperatieve banken en de overheid sterk stonden naast de markt."
Het dooft uit De hoogleraar heeft wel een vermoeden hoe het zal eindigen. "Uiteindelijk dooft het systeem langzaam uit. Er is geen punt waarop het echt afgelopen is. De stagnatie wordt structureel en de polarisatie neemt steeds toe. Zo eindigen we in een samenleving die zeer ongelijk is en waarin het welvaartsniveau voor de grote meerderheid alleen maar daalt."