Het is normaal gesproken een ijzeren wet: de hypotheekrente gaat omhoog dus gaan de huizenprijzen omlaag. Maar dat is in Nederland maar heel eventjes gebeurd, waarna de prijzen weer omhoog schoten. De Nederlandsche Bank noemt een aantal verklaringen.
De hypotheekrente steeg tussen 2022 en 2023 van 1,6 naar 4,3 procent en zit nu nog steeds rond de 4 procent. Het leidde tussen juli 2022 en mei 2023 tot een daling van de huizenprijzen van 6 procent. Maar sindsdien stijgt de prijs van een koophuis weer en zijn we de piek van 2022 voorbij. Ook staat een huis gemiddeld nog maar 34 dagen te koop terwijl dat een jaar eerder nog 42 dagen was. In het eerste kwartaal van 2024 werd bovendien in meer dan de helft van de gevallen overboden.
Belangrijkste verklaring die DNB noemt is dat de lonen gestegen zijn: in het laatste kwartaal van 2023 met 6,8 procent en in het eerste kwartaal van 2024 met 6,6 procent. Het zijn de grootste loonstijgingen in veertig jaar tijd. Dat heeft ruimschoots gecompenseerd voor de rentestijging, waardoor huishoudens even veel kunnen lenen.
Ondertussen hebben mensen ook meer spaargeld en is de hypotheekschuld in verhouding tot het besteedbaar inkomen gedaald van 257 naar 179 procent. Verder speelt mee dat mensen hun hypotheekrente vaak voor meer dan tien jaar hebben vastgezet. Een grote groep huizenbezitters betaalt daardoor nog steeds het lage rentetarief.
Tenslotte is het huizentekort nog steeds een groot probleem. "In tegenstelling tot veel andere markten, zien we op de Nederlandse woningmarkt niet dat een hogere vraag leidt tot een groter aanbod", schrijft DNB. Sterker nog, er worden eerder minder dan meer woningen gebouwd dan vroeger.