De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de
rente vandaag verlaagd van 1 procent naar 0,75 procent, een historisch dieptepunt, in een poging de economie van de
eurozone een impuls te geven. Van een verrassingseffect was geen sprake, want de stap werd op de markten alom verwacht. Wél enigszins verrassend is de verlaging van de depositorente naar 0 procent. De depositorente is de rente die
ECB aan banken betaalt die hun geld voor zeer korte tijd (meestal minder dan 24 uur) aan de centrale bank in beheer geven. Deze rente fungeert als een soort vloer voor de rente die banken elkaar in rekening brengen, de zogenoemde 'LIBOR'-rente, waarvan vorige week bleek dat die door sommige banken werd gemanipuleerd. Als deze interbancaire leningen opdrogen, dreigt het hele financiële systeem in elkaar te storten. De renteverlaging is gunstig voor landen als Spanje en Griekenland, die grote kredieten hebben opgenomen bij de ECB. Vorige maand werd ook al over een renteverlaging gesproken, toen uit cijfers bleek dat de vooruitzichten voor de Europese economie waren verslechterd. Een week geleden hebben de leiders van de lidstaten van de Europese Unie een paar besluiten genomen die het tij moeten keren. De ECB krijgt voorlopig het toezicht op de Europese bankensector in handen en Spaanse banken mogen rechtstreeks een beroep doen op de noodfondsen, zonder tussenkomst van de Spaanse staat.
Financial Times