De Nederlandse economie kromp vorig jaar met 3,7 procent. Dat is iets minder hard dan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) aangaf in een eerdere raming. Toen was nog sprake van een neergang met 3,8 procent.
In het slotkwartaal van 2020 was sprake van een krimp met 0,1 procent ten opzichte van een kwartaal eerder, zo bleek vrijdag uit een tweede raming. Op jaarbasis was er sprake van een daling met 2,8 procent, waar eerder een min van 2,9 procent werd gemeld.
De krimp in de laatste maanden van vorig jaar is vooral veroorzaakt door een daling van de consumptie door huishoudens, mede door de maatregelen die werden genomen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. De toegenomen investeringen en het grotere handelssaldo zorgden ervoor dat de krimp niet hoger uitviel.
Eerste berekening
De tweede berekening van het CBS wordt 90 dagen na afloop van het kwartaal gemaakt. De eerste berekening is ongeveer 45 dagen na afloop van een kwartaal op basis van dan beschikbare informatie. Zo is nu ook de stand van zaken in sectoren als de bouw, de zakelijke dienstverlening, de horeca, de overheid, de zorg en de financiële instellingen meegenomen in de berekening.
In het vierde kwartaal van 2020 waren er volgens de tweede raming 108.000 banen van werknemers en zelfstandigen minder dan in hetzelfde kwartaal van 2019. Dat was bij de eerste berekening 133.000. Over heel 2020 genomen waren er gemiddeld 48.000 banen van werknemers en zelfstandigen minder dan in 2019.