In het hele land wordt door gemeentes nog gewerkt aan nieuwe winkelprojecten alsof er niets aan de hand is. En er is wel iets aan de hand: de bestaande
winkels houden - over het algemeen - nog net het hoofd boven water. De crisis en de aantrekkingskracht van webwinkels maakt hun leven zwaar. Maar toch gaan gemeentes door, omdat ze wel . In hun boekhouding staan hoge bedragen achter de grond die bestemd was voor winkelcentra. Als die er niet komen, moeten de gemeentes dat geld afboeken en dat kan niet, ze hebben daarvoor veelal onvoldoende reserves. En dus gaat het bouwen onverdroten verder. Die grondposities van gemeenten vormen een nieuwe zeepbel die uiteen kan spatten, zegt Cor Molenaar, die als buitengewoon hoogleraar verbonden is aan de Erasmus Universiteit tegen het FD. Deloitte becijferde volgens het FD dat gemeentes afstevenen op een totaalverlies van €4,4 miljard op hun grondposities. Dit verklaart waarom er zoveel winkels worden bijgebouwd. Gemeentes gaan de grond niet voor dumpprijzen aan de markt teruggeven, dus kiezen ze voor winkelprojecten en outletcentra aan de stadsgrens. 'Er ligt hiermee een bom onder de retail', aldus Molenaar. 'Dit gaat tot meer leegstand en verloedering in de binnensteden leiden.' Er zijn voorbeelden genoeg in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk die aantonen dat dit soort projecten altijd ten koste gaat van andere winkeliers, die al moeite hebben om het hoofd boven water te houden.