De werkloosheid in de 17 EU-landen die de euro gebruiken is naar een nieuw alltime high gestegen. De werkloosheid voor de eurozone wordt bijgehouden sinds 1999 en bereikte nog nooit het niveau waarop hij niet is beland: 11,8 %. Daarmee zijn 18,8 miljoen mensen werkloos in het hele gebied. De stijging in november - daarover gaan deze cijfers - was slechts 0,1% ten opzichte van een maand eerder, maar meer dan een vol procent ten opzichte van een jaar eerder. Voor de EU als geheel, dus inclusief de niet-Euro-landen, is het aantal werklozen gestegen naar 26 miljoen. De cijfers laten zien voor welke onmogelijke opgave de Eurolanden staan. Door scherpe bezuinigingen is de onmiddellijke dreiging van een ineenstorten van de Euro afgewend. Maar daarvoor in de plaats is een Eurozone gekomen die ernstig kwakkelt, waar de groeicijfers allang zijn vervangen door krimpcijfers en waar iedere nieuwe prognose somberder is dan de vorige. En met ieder nieuw werkloosheidscijfer, dus ook dat van vandaag, stijgt de kans op sociale onrust. Dat is het scherpst zichtbaar in Griekenland en Spanje, waar de ineenstorting het ernstigst is - of het verst gevorderd. Een jaar geleden was 18,9% van de Grieken zonder werk, nu is dat 26%. In Spanje is de werkloosheid nog iets hoger, 26,6%, maar daar is de groei trager. Het laagste staat de werkloosheid in Oostenrijk, met 4,5%. Duitsland doet het ook goed met 5,4%.