In de huidige huizenmarkt is overbieden eerder regel dan uitzondering. Maar liefst twee derde van de huizen werd afgelopen kwartaal boven de vraagprijs verkocht, en dan hebben we het niet over enkele duizenden euro's. Nee, het gemiddelde bod lag maar liefst 4,3 procent hoger dan de oorspronkelijke vraagprijs. Dit komt bij de huidige prijzen neer op een extra 20.000 euro.
Volgens Lana Gerssen, makelaar en voorzitter van de NVM, is er maar één oplossing om dit overbiedcircus te stoppen: “De oplossing is meer woningaanbod, zodat mensen niet meer met zijn twintigen op een huis hoeven te duiken.” Vooral in de Randstad gaan de bedragen door het dak, met tussenwoningen en energiezuinige huizen als populairste targets.
Tijdens de coronaperiode koelde de markt even af, maar die adempauze was van korte duur. Nu lijkt het weer business as usual met vele gegadigden die tegen elkaar opbieden. Wel ziet Gerssen steeds meer beleggers hun huurwoningen verkopen, wat een klein beetje lucht lijkt te geven aan particuliere kopers. Maar verwacht geen wonderen; de huizenmarkt blijft krap, aldus de spreekbuis van het NVM.
Waar vroeger onderhandelen de norm was, is verkoop per inschrijving tegenwoordig de standaard. Dit systeem, waarbij kopers blind bieden zonder te weten wat de concurrentie doet, zorgt voor nog hogere prijzen. Kopers krijgen pas achteraf te horen of ze de sleutels van hun droomhuis mogen ophalen, wat vaak leidt tot teleurstelling en nog hogere biedingen bij volgende pogingen.
Wonen in de stad is peperduur geworden, en steeds meer mensen zoeken daarom hun heil in de regio. Niet alleen omdat het daar vaak rustiger is, maar vooral omdat de prijzen per vierkante meter wat vriendelijker zijn. "Maar het heeft er ook mee te maken dat mensen aan het plafond van hun leencapaciteit zitten, in de stad niet meer aan bod komen en dus ook genoodzaakt zijn om iets verder te kijken”, zegt Gerssen tegen BNR.