Omvallende banken, het leek iets uit lang vervlogen crisistijden. Tot afgelopen weekend, toen bijna de grote Portugese Banco Esperito Santo het loodje legde. Een staatssteun van 4,9 miljard
euro heeft de bank van de ondergang gered. Nadat bekend werd dat de Portugese bank miljarden euro's verlies had geleden en haar schulden niet meer kon betalen, kelderde vorige week het aandeel. De oorzaak: de Luxemburgse familieholding, waar de bank deel van uitmaakte, had er een zootje van had gemaakt en geld van de bank gebruikt om de rest van het bedrijf overeind te houden. Directeur Ricardo Espírito Santo Salgado moest aftreden. Hij wordt verdacht van witwassen en belastingontduiking. Intensief overleg tussen de Portugese regering en de Europese commissie leverde een oplossing van 4,9 miljard euro. Dat geld komt voor het grootste gedeelte uit het Europees noodfonds, waaruit Portugal sinds 2011 78 miljard euro heeft geleend. Hoewel het stukken beter gaat met de Portugese economie, zijn de banken nog wankel. Ze maken nog steeds geen
winst en blijven afhankelijk van leningen.