Nergens in Europa groeit het aantal flexibele werknemers zo hard als in Nederland. Er zijn bijna twee miljoen arbeidskrachten zonder vast contract. Er zijn twee redenen aan te wijzen waarom er in ons land zoveel meer flexwerkers zijn dan elders. Ten eerste is het zo dat de werknemer met een vast contract nog altijd moeilijk ontslagen kan worden. Werkgevers moeten het UWV of de kantonrechter om toestemming vragen voor ontslag. Bovendien hebben werknemers veel rechten, zoals twee jaar lang uitbetaling bij ziekte. "Uniek in de wereld," aldus de Tilburgse hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen in de Volkskrant. Ten tweede is de wetgeving voor flexwerk juist heel ruim. "Er kon heel veel in Nederland," weet Wilthagen, die verbaasd is dat vakbonden en het kabinet niet tevreden zijn met de huidige situatie. "Werkgevers opereren volgens een systeem met een bepaalde logica en bepaalde arbeidskosten. Dat systeem hebben we zelf gemaakt," zegt de hoogleraar. Het wordt in Nederland normaal gevonden om eerst een tijdelijk contract te geven of om zonder contract te werken. In bijvoorbeeld België is dat anders. Daar is het de standaard om meteen een vast contract aan te bieden vertelt hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer. Die cultuur in Nederland is ontstaan doordat er al relatief lang wetgeving bestaat voor deeltijdwerk en flexwerk. "Vakbonden en werkgevers waren er snel bij, ze wilden deze nieuwe arbeidsvormen in goede banen leiden. De regelgeving legitimeerde het flexwerk. Voortaan hoefden werkgevers geen enkel excuus meer te bedenken om werknemers aan te nemen op een tijdelijk contact."