Met de vakantie in zicht vraagt
De Volkskrant zich af wat de perfecte wandelschoen is. Schoenenexpert Max Versteeg van Zwerfkei Buitensport legt uit dat er vier soorten wandelschoenen zijn, ieder voor hun eigen soort terrein; van lage soepele wandelschoen (A) tot hoge stabiele bergschoen waar stijgijzers onder passen voor het serieuze alpiene werk (D).
Belangrijkste eerste vraag: waar ga je wandelen. Versteeg: ‘Koop geen bergschoenen als je hoofdzakelijk in Nederland op de weg wandelt. Asfalt is een enorme killer voor de zool van de bergschoen, die nu eenmaal minder buigzaam is.’ Andersom zijn lichte soepele schoenen ongeschikt als je met tent en rugzak op door de bergen trekt. Gewone hardloopschoenen zijn in bijna alle gevallen af te raden als wandelschoen: die blinken uit in schokdemping, maar zijn niet stabiel genoeg om uren probleemloos mee te wandelen. Zo missen ze de contrefort van de wandelschoen: de kuip in de schoen die de hiel omsluit. Evenmin beschikken ze over de noodzakelijke cambreur: een harde tussenzool die stabiliteit biedt.
Ook belangrijk: koop niet online, want je moet de schoen voelen.
Laatste tip: Bespaar niet op de sok. Katoen is uit den boze, merinowol wordt het meest aanbevolen omdat het licht, warm en ademend is. Anatomisch gevormde sokken met een linker- en rechtervariant verdienen de voorkeur en kunnen wrijving voorkomen. Want met wrijving ontstaat de ergste vijand van wandelplezier: de blaar.