Diep onder de grond in de Amerikaanse staten Texas en Louisiana liggen bijna 645 miljoen vaten olie opgeborgen. Deze gigantische reservevoorraad kan nu goed van pas komen.
Door de droneaanvallen op twee olie-installaties in Saoedi-Arabië afgelopen weekend is 5 procent van de wereldwijde olieproductie weggevallen. Donald Trump schreef al op Twitter dat de oliereserves van de VS nu kunnen worden gebruikt om 'te zorgen dat er genoeg aanbod blijft op de markt'. Hij verwees daarmee naar de olievoorraad die al sinds de jaren 70 ligt opgeslagen in Amerika. Alle lidstaten van het Internationale Energie-agentschap moeten het equivalent van 90 dagen aan olie-import als reserve houden, maar de Amerikaanse noodvoorraad is de grootste ter wereld.
Amerikaanse politici kwamen voor het eerst op het idee van een oliereserve nadat de prijzen explodeerden door een embargo van de landen in het Midden-Oosten begin jaren 70. Landen als Iran, Irak, Koeweit en Saoedi-Arabië weigerden destijds nog langer olie te exporteren naar de VS, omdat het Israël steunde in de oorlog van 1973. De oorlog duurde slechts drie weken, maar het embargo dat ook andere landen trof duurde bijna een jaar, waardoor de olieprijzen verviervoudigden.
Sindsdien is er een reusachtige oliereserve op vier plaatsen in Texas en Louisiana. Op elke locatie zijn er zoutgrotten aangelegd tot een kilometer onder de grond. Dit is veel goedkoper en veiliger dan het bewaren van olie in tanks boven de grond. Volgens de website over de oliereserve lagen er op 13 september bijna 645 miljoen vaten olie in de grotten. Dat is genoeg om heel Amerika 31 dagen van olie te voorzien.
De voorraad is voor het laatst aangesproken in 2011 toen de Arabische lente voor een verstoring van de markt zorgde. In totaal werden er toen door alle IEA-lidstaten 60 miljoen vaten olie uit de reservevoorraden gehaald.