Letterlijk slapend rijk zijn woningbezitters geworden, die dertig jaar geleden een huis kochten. Zeker als ze in de Randstad wonen. In Amsterdam zijn de huizenprijzen sinds 1993 verzevenvoudigd. Gemiddeld werden huizen in Nederland in die periode vijf keer zoveel waard.
Volgens onderzoek van taxatiebureau Calcasa
, waar De Telegraaf over schrijft, was de prijsstijging in Limburg het kleinst. Daar werden huizen vier keer duurder in dertig jaar tijd. In deze cijfers is de geldontwaarding niet meegerekend. Dat scheelt de helft: 1 euro nu staat gelijk aan 0,52 euro drie decennia geleden.
Op dit moment liggen de huizenprijzen 6 procent lager dan een jaar terug. "Het is pas de tweede periode van prijsdalingen in de afgelopen dertig jaar”, aldus de onderzoekers van Calcasa. "De eerste vond plaats in de periode van 2008 tot 2013 en werd gekenmerkt door de wereldwijde financiële crisis. Dit leidde destijds tot een tijdelijke daling van de huizenprijzen en een afname van de vraag. De gemiddelde waarde van een koopwoning in Nederland daalde toen met bijna 20 procent.”
Oorzaken voor de enorme prijsstijging in de afgelopen decennia zijn volgens Calcasa de inflatie, lage rentetarieven, hogere inkomens en de hypotheekrenteaftrek, maar ook de bevolkingsgroei en de toename van het aantal huishoudens. "De migratie en een stijgend aantal alleenstaanden, hebben de vraag naar huisvesting aanzienlijk vergroot. Deze groeiende vraag heeft de prijzen opgedreven, vooral in stedelijke gebieden waar de schaarste aan beschikbare woningen nog meer voelbaar is.”