In maart waren de huizen in Nederland 19,5 procent duurder dan een jaar eerder. Het is wel de tweede maand op rij dat de stijging minder hard gaat dan de maand ervoor. Ook zijn er 37 procent minder huizen verkocht dan in 2021.
Kleine lichtpuntjes dus in de cijfers van het CBS en het Kadaster. Maar toch: In 2016 kostte een gemiddelde koopwoning minder dan 250.000 euro, nu moet een koper 428.000 euro neerleggen voor een gemiddeld huis.
De huizenprijzen zijn in het eerste kwartaal van dit jaar het hardst omhoog gegaan in Flevoland, de regio Zuidwest-Overijssel, Groningen en Noord-Limburg. In deze regio's blijven de huizenprijzen wel nog onder het gemiddelde.
De duurste huizen staan in Haarlem, waar een koopwoning gemiddeld 607.000 euro kost. Ook in Amsterdam, het Gooi en Utrecht komt de gemiddelde huizenprijs ruim boven de 5 ton uit.
De goedkoopste huizen staan in het uiterste noordoosten van Groningen. In de regio Delfzijl betaal je 244.000 euro voor een huis. Onder in Zeeland kost een woning met 265.000 euro net iets meer. Ook in Zuid-Limburg ben je onder de 3 ton klaar.
De Volkskrant zette alle cijfers op een rij.
Bron(nen): De Volkskrant