Europa verkeert in een ongekende huizencrisis. De afgelopen tien jaar zijn de prijzen in grote delen van het continent geëxplodeerd. Nederland is lang niet het meest extreem.
In een
nieuw rapport van Eurostat staat dat de huizenprijzen tussen 2010 en eind 2021 gemiddeld met 42 procent zijn gestegen in de Europese Unie. De huren gingen met 16 procent omhoog. Estland, Hongarije en Luxemburg kennen de grootste prijsstijgingen van de EU. Daar verdubbelden de woningprijzen ruimschoots. In Estland steeg de prijs van een woning zelfs met 156 procent.
Nederland staat op de twaalfde plek met een prijsstijging van 57 procent in ruim tien jaar tijd. De huren gingen in die periode met 33 procent omhoog. Ter vergelijking: in Duitsland stegen de woningprijzen met 93 procent, in Oostenrijk met 109 procent. In de Zuid-Europese landen werden huizen daarentegen nauwelijks duurder. In Spanje en Italië bleven de prijzen nagenoeg gelijk. In Griekenland werden de huizen goedkoper en in Frankrijk slechts een klein beetje duurder.
De hoge huizenprijzen in combinatie met de gestegen kosten voor levensonderhoud maken het leven in Europa een stuk duurder dan tien jaar geleden.