Lijkschouwers hebben metalen pijltjes gevonden in tientallen lichamen die in de massagraven van Boetsja lagen. Het betreft een gruwelijk wapen dat in de Eerste Wereldoorlog voor het laatst op grote schaal is gebruikt.
Deze zogenoemde flechettes worden met duizenden tegelijk in een huls afgevuurd. Nog voor de inslag, ontploft de huls waardoor de 3 tot 4 centimeter lange pijltjes over honderden meters worden verspreid. Bij binnendringing van het lichaam breken de pijltjes vaak af, waardoor de schade nog groter wordt.
“We hebben verscheidene heel dunne, nagelachtige objecten gevonden in de lichamen van mannen en vrouwen”, vertelt de Oekraïense arts Vladyslav Pirovskyi aan de Britse krant The Guardian. “Ook verscheidene andere collega’s hebben die ontdekking gedaan in de regio van Boetsja en Irpin.”
Russische militairen schoten volgens ooggetuigen de pijltjes af in de dagen voor ze zich terugtrokken uit Boetsja. De pijltjes zijn niet alleen teruggevonden in dode lichamen maar ook in auto's en huizen.
Het wapen werd massaal gebruikt in de Eerste Wereldoorlog, toen de pijltjes gedropt werden uit vliegtuigen. Ze drongen door dicht gebladerte heen en gingen zelfs door de helmen van soldaten. Ook in de Vietnamoorlog doken ze nog op.
Mensenrechtenorganisaties willen een verbod op het gebruik van de pijltjes, maar tot nu toe zijn ze volgens het internationale oorlogsrecht niet verboden.