De Nederlandse economie is in een recessie beland. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kromp de Nederlandse economie het eerste kwartaal van 2021 met 0,5 procent, na ook al een minieme krimp in het slotkwartaal van 2020. Als er twee kwartalen op rij sprake is van economische neergang is technisch sprake van een recessie. In het eerste kwartaal lag het bruto binnenlands product 3,4 procent onder het niveau van voor de crisis.
Het CBS merkt op dat de consumptie door huishoudens daalde. Door de coronamaatregelen bleven cafés en restaurants gesloten. Ook golden er veel beperkingen voor onder andere winkels, bioscopen en musea. Consumenten gaven ook minder uit aan vervoer, kleding, schoenen, woninginrichting, auto’s en motorbrandstoffen. Daartegenover stonden extra uitgaven aan voedingsmiddelen, drank, tabak en energie.
Alles bij elkaar werd er door huishoudens 3,5 procent minder uitgegeven in vergelijking met een kwartaal eerder. Op jaarbasis ging het zelfs om 8,5 procent wat huishoudens minder besteedden. Verder daalden de overheidsuitgaven op kwartaalbasis met 1,5 procent.
Er waren ook sectoren die het goed deden. Zo droegen de bouw, de zakelijke dienstverlening en de industrie positief bij aan de economische ontwikkeling. De investeringen stegen met 3,7 procent. De uitvoer en invoer van goederen en diensten namen met respectievelijk 1,6 en 1,3 procent toe. Dit alles zorgde ervoor dat de krimp wat werd gedempt, aldus het statistiekbureau.