De Nederlandse industrie is in juli opnieuw gekrompen, ondanks een lichte verbetering ten opzichte van een maand eerder. Dat komt naar voren uit cijfers van de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi), die de daling toeschrijft aan de aanhoudende zwakke vraag. Daardoor ontvangen bedrijven flink minder nieuwe orders en lopen de inkoopactiviteiten terug.
De Nevi meet elke maand hoe het gesteld is met de omstandigheden voor bedrijven. De zogeheten inkoopmanagersindex van de vereniging steeg vorige maand naar 45,3, van 43,8 in juni. Een niveau van 50 of meer wijst op groei, daaronder op krimp. De bedrijfsomstandigheden in de industrie laten daarmee al elf maanden op rij een verslechtering zien.
"Sommige inkoopmanagers geven aan dat de marktomstandigheden wat verbeteren. Dit indiceert dat de afbouw van overtollige voorraden mogelijk binnenkort voltooid is", zei sectoreconoom Albert Jan Swart van ABN AMRO in een toelichting. Het aantal nieuwe orders daalde volgens hem nog wel snel, maar niet zo snel als in de voorgaande maand.
Bedrijvigheid afgenomen
In Duitsland, de belangrijkste exportmarkt voor de Nederlandse industrie, is de bedrijvigheid in juli echter snel afgenomen en dat belooft weinig goeds voor de Nederlandse exportorders in de komende maanden, waarschuwt de econoom. Daarnaast wordt Nederland zwaar getroffen door de malaise in de chemiesector, waarin het een grote speler is. De hoge gasprijs maakt het volgens Swart moeilijk voor Europese energie-intensieve ondernemingen om op de wereldmarkt te concurreren.
De econoom ziet wel twee lichtpuntjes. Zo hebben veel ondernemingen, bijvoorbeeld in de machine-industrie, nog steeds grote orderportefeuilles. Ook zijn de inkoopprijzen snel aan het dalen, doordat de vraag zwak is en tekorten aan materialen sterk zijn afgenomen. De meeste ondernemingen moeten het volgens Swart daardoor kunnen uitzingen totdat mogelijke renteverlagingen volgend jaar weer kunnen leiden tot een langzaam herstel van de vraag naar industriële goederen.
De zwakke vraag leidde er in juli ook toe dat de bedrijven voor de tweede maand op rij hun personeelsbestanden verkleinden. Dit banenverlies was echter beperkt.