Lang geleden was er de vage hoop op een V-vormig herstel van de economie: een diepe dip en dan snel weer opveren. Dat scenario leek al niet zo waarschijnlijk, maar is sinds de tweede golf helemaal van de baan. Sterker nog: de nieuwste ramingen van de Europese Commissie zijn uiterst somber. De Nederlandse economie zou pas in 2023 weer op het oude niveau zijn.
De eurozone krimpt dit jaar met 7,8 procent, is de verwachting. Volgend jaar gaat de commissie uit van een groei van 4,2 procent. Dat is fors minder dan de 6,1 procent waar deze zomer nog op werd gerekend. De verschillen per land zijn groot. Dat heeft te maken met de mate waarin corona toeslaat, maar ook met de beperkte omvang van de financiële buffers van sommige landen.
In Spanje krimpt de economie dit jaar met 12,4 procent, in Italië met 9,9 procent, in Frankrijk met 9,4 procent, in Portugal met 9,3 procent, in Griekenland met 9 en in België met 8,4 procent. Ierland en Litouwen staan er het best voor met een krimp van ruim 2 procent.
Ook Nederland en Duitsland zitten met respectievelijk 5,3 en 5,6 procent krimp aan de goede kant van het EU-gemiddelde. De werkloosheid in de eurozone bedraagt naar verwachting dit jaar 8,3 procent en volgend jaar 9,4 procent. Dat valt mee: in de eurocrisis was 11 procent van de beroepsbevolking werkloos.