Jarenlang was de zondag in Frankrijk een bijzondere dag.
's Ochtends biedt de middenstand zijn diensten aan; bij de bakker ligt vers brood, bij de slager koopt men zijn vlees, in de kiosk ligt een nieuwe krant en in het cafe drinkt men een aperatief. En niet te vergeten: de kerkdeuren staan wagenwijd open voor de liefhebber. Daarna wordt er uitgebreid getafeld. Tegen de tijd dat men is bijgekomen van het eet- en drinkgelag, is de dag zo goed als voorbij. Je zou zeggen: perfect, verder niets meer aan doen. Maar Nicolas Sarkozy wilde hier in zijn eindeloze wijsheid graag een einde aan maken. Motief: veel mensen zijn werkloos, de economie kwakkelt en als alle winkels de hele zondag open zijn, kan er nog meer geconsumeerd worden. Is goed voor de het bruto nationaal product. Nu is er een wet aangenomen, die aan grote winkelcomplexen in grote steden de mogelijkheid biedt om ook op deze rustdag open te zijn. Want als de mensen op zondag naar Ikea gaan, komt het met die kwakkelende economie vanzelf wel goed. Godzijdank is de oppositie tegen deze plannen groot, tot in Sarkozy`s eigen partij, de UMP, toe. De vakbonden zijn tegen en de roomse kerk eveneens om begrijpelijke redenen. De vrije zondag bestaat sinds 1906 en wordt met hand en tand verdedigd. Ook de socialistische partij verzet zich tegen de vernieuwingsdrang van de president.
The Wall Street Journal kan een zekere hoon voor zoveel behoudzucht niet onderdrukken, maar tant pis. Laten die Yanken zich maar lekker doodwerken.
De Franse zondag `oude stijl` is het waard om te verdedigen. Leve deze ene rustdag in de week. En op maandag horen we graag weer hoe belabberd de Franse economie er voor staat.
Bron(nen): The Wall Street Journal