Waren het vroeger vooral pensionado's die naar het zonnige zuiden trokken om de duistere Nederlandse winters te ontvluchten, nu zijn er ook steeds meer jongeren die op 'werkvakantie' gaan in hun tweede huis. Sterker nog, een recordaantal Nederlanders schafte een vakantiewoning aan in Spanje.
Vorig jaar zijn er bijna 4300 woningen in Spanje gekocht door Nederlanders. De Costa Blanca is met 39 procent het populairst, gevolgd door de Costa del Sol (bij Málaga). Ook de regio rond Murcia en Almería is populair, samen met de Balearen (met name Mallorca).
Fiscaal is een huis in Spanje ook gunstiger nu de belasting op Nederlands vastgoed is gestegen. "Als je in Spanje een vakantiehuis bezit van €300.000, krijg je in box 3 een vermindering van €300.000. Als je totale vermogen €600.000 is, dan is je vermogensrendementsheffing dus gehalveerd”, vertelt Marleen de Vijt, directeur van in Spanje gespecialiseerde makelaar Azull, aan de Telegraaf.
Prettig is natuurlijk ook dat een woning, zeker in het zuiden van Spanje, een stuk goedkoper is dan hier. "De prijzen voor een huis in Spanje liggen stukken lager. Je krijgt meer bakstenen voor minder geld”, vertelt ze. Zo heb je bij Alicante al een villa met drie slaapkamers plus zwembad in een grote tuin voor €280.000, noemt ze als voorbeeld.
Ook steeds meer jongeren grijpen hun kans, ziet Patrick Kruger van Spaansehypotheek.nl. "Ze wachten niet meer tot ze met pensioen gaan, maar houden hier een werkvakantie. Zeker sinds corona werken op afstand veel meer wordt geaccepteerd.”
Bron(nen): De Telegraaf