Een reiskostenvergoeding is een stuk minder normaal dan het lijkt. Maar liefst vier op de vijf werknemers moet bijbetalen om op kantoor te komen. En dat bedrag gaat per 1 juli nog eens flink omhoog als de benzineprijs met 14 cent per liter stijgt.
Vakbond CNV meldt dat dit de gemiddelde werknemer zo'n 100 euro per maand extra kost. "Wij geven mensen in dit land aan de ene kant koopkrachtcompensatie, maar aan de achterkant betalen werkenden steeds meer geld om maar op hun werk te kunnen komen", zegt voorzitter Piet Fortuin tegen De Telegraaf.
En het is in veel sectoren nu al karig gesteld met de reiskostenvergoeding. "In sommige sectoren, zoals de zorg, was 8 cent per kilometer reiskostenvergoeding tot voor kort heel gewoon”, zegt Fortuin. "In een aantal nieuwe cao’s hebben we dat weten te verdubbelen. Daardoor krijgen werknemers in bijvoorbeeld de gehandicaptenzorg, de verpleeghuizen en in de thuiszorg voortaan 16 cent.”
Maar dat is bij lange na niet genoeg. Sterker nog, de kosten bedragen in werkelijkheid bijna het dubbele, namelijk 31 cent per kilometer, volgens de Vereniging Zakelijke Rijders. En dat gaat richting de 34 cent als de accijnsverlaging op benzine per 1 juli verdwijnt. "Dat cijfer is gebaseerd op een middenklasse-auto. Denk aan een Volkswagen B- of C-klasse”, legt voorzitter Jan van Delft van de VZR uit.
Fortuin: "Dit raakt tienduizenden werkende Nederlanders, vooral in de regio. Denk aan verpleegkundigen, beveiligers, schoonmakers en bewakers. Die zijn afhankelijk van een auto om op het werk te komen. Soms door hun onregelmatige werktijden, soms omdat ze op meerdere locaties moeten zijn. Voor hen is het ov vaak geen optie.”
Bron(nen): De Telegraaf