De mens is niet gemaakt om veertig uur per week op kantoor te zitten en ook voor een baas werken is niet natuurlijk, zegt evolutionair psycholoog Mark van Vugt in Psychologie Magazine.
Op veel vlakken was het leven in de oertijd zo slecht nog niet, legt Van Vugt uit. "Er was geen sociale ongelijkheid, er was geen bezit en dus ook niet zo veel competitie tussen mensen. Er was geen eenzaamheid, iedereen had een goed sociaal vangnet. We waren bezig met kortetermijndoelen; waar ga ik wonen, wat ga ik eten vandaag, met wie ga ik praten? Nu hebben we een enorme fixatie op werk. Terwijl werk eigenlijk iets is wat pas tijdens de landbouwrevolutie is ontstaan. En met werk ontstonden er status-, machts- en inkomensverschillen. En daarmee ontstond ook sociale ongelijkheid, met nadelige gevolgen voor het welzijn van veel mensen."
De psycholoog vindt dat mensen tegenwoordig een ongezonde focus hebben op werk. "We doen er eigenlijk alles voor. Jager-verzamelaars spendeerden misschien twintig uur per week aan dingen om in leven te blijven en er iets van te maken. De rest van de tijd relaxten ze. Twintig uur per week zou ook eigenlijk de norm moeten zijn voor de hedendaagse mens. Bovendien is voor een baas werken an sich al iets onnatuurlijks. Uit onderzoek blijkt ook dat interactie met je leidinggevende de grootste stressor is op het werk. Mensen willen van nature autonoom zijn en flexibel. Iedere oermens was een soort zzp’er."
Bron(nen): Psychologie Magazine