Verhuurders berekenen vaak te hoge service kosten

Verhuurders berekenen vaak te hoge servicekosten, wat leidt tot een aanzienlijk aantal geschillen en klachten bij de Huurcommissie. In 2023 is het aantal zaken over servicekosten bij de Huurcommissie met meer dan 60% gestegen tot boven de 3800. Uit de uitspraken blijkt dat in 90% van de gevallen de beslissing in het nadeel van private verhuurders uitvalt.

Servicekosten zijn bedoeld voor extra diensten zoals schoonmaak, tuinonderhoud, en nutsvoorzieningen, en moeten jaarlijks voor 1 juli worden afgerekend met de huurders. Echter, sommige verhuurders, vooral kleinere particuliere verhuurders, worstelen met de administratie of proberen de grenzen op te zoeken om hun opbrengsten via de servicekosten te vergroten.

Bijvoorbeeld, in sommige grote wooncomplexen worden kosten voor faciliteiten zoals fitnessruimtes en bioscoopzalen onterecht onder de servicekosten gerekend, wat niet is toegestaan tenzij er een aparte dienstverleningsovereenkomst met de huurders is gesloten. Daarnaast zijn er gevallen waarin verhuurders de servicekosten verhogen in reactie op stijgende energieprijzen zonder dit correct af te stemmen met de werkelijke kosten.

De Huurcommissie en andere juridische instanties bieden huurders de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen onjuiste afrekeningen van servicekosten. Huurders kunnen hun zaak tot twee jaar na de afrekening indienen bij de Huurcommissie, en in sommige gevallen zelfs tot vijf jaar na betaling als het gaat om geliberaliseerde huurcontracten.

Deze problematiek benadrukt het belang van transparantie en correcte afhandeling van servicekosten door verhuurders om geschillen te voorkomen en eerlijke behandeling van huurders te waarborgen.