In december steeg de inflatie naar 4,1 procent, weer een tandje hoger dan de 4,0 procent van november. Een kleine stap, maar volgens Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom bij het CBS, een bittere pil. “Die 4 procent was al een vieze tegenvaller, maar dit maakt het nog net wat erger. We hadden het graag anders gezien”, klinkt het somber.
Volgens Van Mulligen zijn er meerdere boosdoeners verantwoordelijk voor deze stijging, maar energie springt er met vlag en wimpel bovenuit. “Benzine en diesel zijn duidelijk duurder dan een jaar geleden”, legt hij uit op BNR. Dat voelt niet alleen de automobilist, maar ook de consument in de supermarkt.
Met het decembercijfer kan de balans voor heel 2024 worden opgemaakt: de gemiddelde inflatie kwam uit op 3,3 procent. Lager dan het jaar ervoor, maar nog steeds hoger dan velen hadden gehoopt. Het was immers de bedoeling dat het inflatiecijfer onder de 3 procent zou duiken. De eerste maanden van het jaar gaven nog reden tot optimisme, maar halverwege schoot de inflatie toch weer omhoog. Dat de laatste maanden zelfs boven de 4 procent eindigen, noemt Van Mulligen “een bittere pil.”
Vergeleken met de rest van Europa bungelt Nederland ook nog eens onderaan het lijstje. “Uit mijn hoofd ligt het inflatiecijfer alleen in België nog iets hoger”, zegt Van Mulligen, die met weinig trots toevoegt: “Nederland zit duidelijk in het langzame klasje en steekt wat dat betreft negatief af.”
De hogere accijnzen op tabak en stijgende huurprijzen zijn deels verantwoordelijk, maar verklaren niet alles. Voedingsmiddelen, diensten en vermoedelijk vakanties werden in december ook weer duurder. “Veel mensen zullen het merken bij het afrekenen in de supermarkt”, waarschuwt de econoom.
En de toekomst? Die ziet er voorlopig niet rooskleurig uit. De hogere huurprijzen blijven in 2025 een rol spelen, wat het inflatiecijfer in de eerste helft van het jaar zal opkrikken. “De vooruitzichten zijn dan ook vooralsnog niet heel gunstig”, aldus Van Mulligen.
Volgende week komt het CBS met het definitieve inflatiecijfer voor december 2024. Meestal wijkt dat nauwelijks af van de huidige raming.
Bron: BNR