Veel drugscriminelen kiezen schuren van Brabantse boeren uit om hun
drugs in te fabriceren. Dat is niet enkel vanwege de nabijheid van de Belgische grens of de grote havens van Rotterdam en Antwerpen, legt Femke van de Plas, coördinator Veilig Buitengebied bij de ZLTO uit
in het AD.
Meerdere zaken spelen een rol. "De anonimiteit van het buitengebied, de leegstand van schuren en de financiële situatie van mensen. Dat laatste zien we bijvoorbeeld bij agrariërs die richting hun pensioen gaan. Heel vaak hebben ze geld in stenen en grond zitten, maar niet per se op de bank. Ja, dan heb je wel een lege schuur staan die je wilt verhuren. Dan bestaat er de mogelijkheid dat je toch een keer door het ijs zakt.”
"Criminelen zijn opportunisten”, benadrukt Toine Spapens, hoogleraar criminologie aan de Tilburg University in de krant. "Ze zijn niet zozeer geïnteresseerd in wáár een locatie precies ligt om er een laboratorium voor synthetische drugs of een wietkwekerij neer te zetten.” Het gaat hen meer om de ménsen die kwetsbaar zijn. "In die zin weten bewoners van een dorp vaak meer van elkaar, waardoor criminelen op de hoogte kunnen raken van mensen die in de financiële problemen zitten. Vervolgens kunnen ze die personen benaderen. Dit gaat altijd via-via.”
En ja, drugscriminelen weten al heel lang de weg in Brabant. "Brabantse criminele drugsnetwerken zijn van oudsher stevig geworteld op het platteland. Denk aan Sint Willebrord. Een tweede probleem is dat de aanpak van ondermijnende
criminaliteit vooral gericht is op de steden en dat de overheid in het buitengebied dus minder actief en zichtbaar is. In kleinere gemeenten is er gewoonweg veel minder personele capaciteit beschikbaar voor opsporing, handhaving en preventie”, aldus Spapens.