Wie 3.000 euro brutoloon afspreekt met zijn werkgever, verdient eigenlijk 4.000 euro, schrijft Robin Fransman van onder meer de Argumentenfabriek in de Volkskrant. Die 1.000 euro extra zijn de werkgeverslasten en niemand weet wat daar precies mee gebeurt.
"Wettelijk is bepaald dat de werkgevers dit deel verplicht afdragen aan het collectief, zodat we met dat geld collectief dingen kunnen regelen. Daar is op zich niks mis mee, wel gek is dat werknemers dat deel niet zien," aldus Fransman. En die onzichtbaarheid heeft zo zijn voordelen voor degenen die dat geld uitgeven.
Het maakt het voor de politiek, vakbonden en werkgevers makkelijker om koopkrachtplaatjes of loonkosten aantrekkelijk te maken, of een tekortje ergens weg te werken. "Die onzichtbaarheid stelt de overheid in staat om onzichtbare belastingen te heffen, en het stelt werkgevers en vakbonden in staat om uw arbeidsbeloning te verdelen zonder dat u er goed zicht op heeft."
Dat verschijnsel doet zich nu al zo'n vijftien jaar voor. Het sluipende gevolg: in 2001 waren de werkgeverslasten gemiddeld nog 25 procent van het brutoloon, inmiddels is dat gegroeid naar 30 procent. En dat gaat om veel geld, pakweg 73 miljard euro. Zo een 10.000 euro per werknemer per jaar.
Fransman vindt het belangrijk dat we daar inzicht in krijgen en dat dit bedrag daarom op de loonstrook moet worden vermeld. "Niet alleen om te laten zien hoeveel geld het kost, maar ook omdat we er veel voor terugkrijgen. Pensioen, uitkering bij ziekte, werkloosheid en arbeidsongeschiktheid en natuurlijk de zorg."
Bron(nen): De Volkskrant (via Blendle)