Vorig jaar zijn er 4000 minder kankergevallen geconstateerd dan een jaar eerder. Dat is een rechtstreeks gevolg van de coronacrisis, waardoor huisartsbezoek en bevolkingsonderzoek is uitgesteld.
Voor het eerst in dertig jaar is het aantal kankerdiagnoses gedaald, tussen maart en mei lag het aantal zelfs een kwart lager. De inhaalslag in de zomer heeft het verschil niet goedgemaakt. Nog altijd is 3,5 procent minder vaak kanker vastgesteld.
Vooral borst-, darm- en prostaatkanker is minder vaak opgemerkt. Sabine Siesling, hoogleraar epidemiologie aan de Universiteit Twente en het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL)
zegt tegen het AD: "Kanker wacht niet. De daling in het aantal diagnoses is echt veroorzaakt door uitstel van huisartsenbezoek, het stopzetten van de bevolkingsonderzoeken en het afschalen van de zorg.’’
Van alle 115.000 mensen bij wie kanker vorig jaar is vastgesteld was een derde ouder dan 75, 40 procent was tussen de 60 en 75 en 6 procent jonger dan 45.