Er is maar één soort banaan, die wij eten, en die dreigt nu te verdwijnen. De Cavendish-banaan is in gevaar door een tropische schimmel. Zelfs volgens Chiquita is er een aardige kans dat het binnen vijf jaar gedaan is met de banaan.
Professor en landbouwingenieur Rony Swennen vertelt over de Cavendish-banaan bij HLN: “Dat is nu eenmaal de producent- en consumentvriendelijkste bananensoort die er momenteel bestaat. Die banaan oogt altijd mooi geel en elegant lang, heeft een lichtzoete smaak, terwijl die op de plantages zelf ook makkelijk geteeld kan worden. De cavendish-planten brengen altijd dikke, rijkgevulde trossen voort.” Het is niet eens de lekkerste banaan, maar wel de makkelijkste om te telen dus.
Maar zijn voortbestaan wordt nu bedreigd door TR4 oftewel Tropical Race 4, een dodelijke schimmel. Hij is niet te bestrijden omdat hij zich in de wortels van de plant nestelt. Daar voorkomt hij dat water en voedingsstoffen de plant bereiken waardoor die langzaam afsterft. “Om die te bestrijden, zou je rechtstreeks tot bij de wortels een halve meter onder de grond moeten gaan, maar dat is onmogelijk. Terwijl de schimmel ook zaadjes voortbrengt die makkelijk 30 jaar kunnen blijven ‘rondhangen’ op plantages, voor die plots weer beginnen te kiemen. De TR4-schimmel is ook makkelijk verspreidbaar via de schoenzolen van arbeiders of banden van vrachtwagens die langs de plantages passeren.”
Lange tijd was er de hoop dat de schimmel niet van Azië zou oversteken naar Zuid-Amerika, maar dat is nu toch gebeurd en dat maakt hem eigenlijk niet meer te stoppen. “De Cavendish zal uitsterven”, zei Peter Stedman, Chiquita-directeur duurzaamheid, in ‘De Tijd’. “Over 5 jaar of over 50 jaar? Dat is koffiedik kijken, maar het zal gebeuren.”
Ondertussen wordt er hard gewerkt aan een nieuwe soort banaan. “Over drie tot vier jaar willen we de nieuwe soorten klaar hebben”, stelt Peter Stedman van Chiquita. “Dan moeten we ze op grote schaal naar de plantages brengen. Het gaat om miljoenen planten. Het zal nog jaren werk vergen. Maar ik verwacht dat over minder dan acht jaar nieuwe soorten in het winkelrek kunnen liggen.”
Bron(nen): HLN