Landen waar inwoners veel
melk drinken, hebben aanzienlijk meer kans om veel Nobelprijzen in de wacht te slepen dan landen waar dit niet het geval is. Dat blijkt uit een recente Britse studie. Het onderzoek was een vervolg op een recente studie waarin een wetenschappelijk verband werd ontdekt tussen de hoeveelheid chocolade dat in bepaalde landen wordt gegeten en het aantal winnaars van verschillende Nobelprijzen. Twee Britse neurologen vermoedden dat dit te maken had met het feit dat chocolade een melkproduct is. In de studie werd de melkproductie van 22 landen onderzocht en gekeken naar het aantal Nobelprijswinnaars. Een gemiddelde Zweed bleek jaarlijks 340 kilogram aan melkproducten binnen te krijgen. Tot 2007 won Zweden maar liefst 33 Nobelprijzen per 10 miljoen inwoners. In Zwitserland wordt per inwoner jaarlijks 300 kilogram melkproducten genuttigd; het land scoorde eveneens hoog met 32 Nobelprijzen per 10 miljoen inwoners. China daarentegen sleepte de minste Nobelprijzen in de wacht, daar wordt jaarlijks ook slechts 25 kilogram aan melkproducten per persoon geproduceerd. De onderzoekers denken dat dit verband ontstaat door de aanwezigheid van vitamine D in melk. Net zoals flavonoïden in chocolade, zou het onze hersenen een enorme boost geven. Maar voor het beste resultaat zouden we toch voor chocolademelk moeten kiezen. De conclusie van het rapport luidt: 'Om uw kans op een Nobelprijs te vergroten, zou u niet alleen meer chocolade moeten eten, maar ook melk moeten drinken of een combinatie van de twee: warme chocolademelk'. Maar hoe het dan kan dat ons land weinig Nobelprijzen in de wacht sleept terwijl we toch een van de hoogste melkproducties ter wereld hebben, blijft onduidelijk.