Het lijkt zo'n onschuldige gewoonte, maar het is mogelijk schadelijker dan gedacht: het wegscheren van schaamhaar kan het risico op een
soa aanzienlijk vergroten. Dat blijkt uit Amerikaans onderzoek onder ruim 7.500 mannen en vrouwen. Mensen die wel eens hun schaamhaar scheren zouden 80 procent meer kans hebben op een seksueel overdraagbare aandoening. Wie vaak scheert (minimaal twaalf keer per jaar), loopt 3,5 tot vier keer meer risico op een soa. Het gaat vooral om via de huid overdraagbare infecties, zoals herpes en syfilis. Mogelijke verklaring is dat door het scheren kleine wondjes ontstaan, waardoor virussen en bacteriën makkelijker binnen kunnen dringen. Henry de Vries, hoogleraar huidinfecties aan de Universiteit van Amsterdam, heeft wel enkele opmerkingen bij de studie. "Er is weliswaar gecorrigeerd voor het aantal sekspartners, maar condoomgebruik is daar niet in meegenomen", stelt De Vries. Ook is het niet zo sterk dat de resultaten zijn gebaseerd op zelfrapportage. De Vries: "Voor de meeste leken is het lastig om aan te geven welke soa zij hebben gehad." Van de ruim 7.500 ondervraagden tussen 18 en 65 bleek driekwart wel eens het schaamhaar te scheren. 22 procent werkte dagelijks de schaamstreek bij. 13 procent van de respondenten had ooit een soa gehad.