Met hardlopen beginnen is niet zo moeilijk. Zeker niet in het voorjaar. Maar volhouden is wat anders. Met de juiste strategieën en een beetje doorzettingsvermogen kan iedereen zijn loopafstand en -plezier vergroten. Hieronder lees je hoe je dat aanpakt, of je nu net begint of al wat langer loopt. Waarom lukt het soms niet om vol te houden?
Veel beginnende én ervaren hardlopers lopen tegen dezelfde problemen aan: zware benen, een dipje in je motivatie of het gevoel dat je niet verder kunt. Dat is heel normaal. Het goede nieuws:
met een slimme aanpak kun je deze barrières overwinnen. Wat zijn de beste trainingsstrategieën?
- Bouw rustig op
Voeg niet te snel te veel kilometers toe. De bekende 10%-regel helpt: verhoog je weekafstand nooit met meer dan 10%. Zo geef je je lichaam de tijd om sterker te worden en voorkom je blessures.
- Loop niet te snel
Wil je langer lopen? Begin dan rustiger dan je gewend bent. Het doel is om de afstand uit te lopen, niet om records te breken. Je tempo kun je later altijd nog verhogen.
- Gebruik wandelpauzes
Zelfs als je al wat verder bent, kunnen korte wandelpauzes tijdens lange duurlopen je helpen om het langer vol te houden. Je spieren en hoofd krijgen zo even rust, waardoor je daarna weer door kunt.
- Deel je training op in stukken
Maak je loop mentaal makkelijker door deze op te delen in kleine stukjes. Loop bijvoorbeeld van lantaarnpaal tot lantaarnpaal of verdeel een 6 km-run in drie blokken van 2 km. Zo blijft het overzichtelijk en haalbaar.
- Loop samen of met muziek
Samen lopen of muziek/podcasts luisteren maakt het makkelijker om vol te houden. Afleiding helpt je door moeilijke momenten heen.
- Werk met een hardloopschema
Een schema zorgt voor structuur, afwisseling en rust. Het helpt je om verantwoord op te bouwen en gemotiveerd te blijven, zelfs als het weer tegenzit.
- Let op je techniek
Loop rechtop, ontspan je schouders en probeer licht te landen. Een goede houding maakt hardlopen makkelijker en voorkomt pijntjes.
- Krachttraining en crosstraining
Sterke spieren zorgen ervoor dat je langer kunt lopen zonder moe te worden. Doe daarom ook aan krachttraining, bijvoorbeeld twee keer per week. Crosstraining, zoals fietsen of zwemmen, helpt je herstel en maakt je allround sterker.
- Voeding en hydratatie
Zorg dat je voor, tijdens en na het lopen goed eet en drinkt. Vooral bij langere afstanden is het belangrijk om onderweg water te drinken en eventueel wat te eten. Zo voorkom je een energiedip.
- Vier kleine successen
Houd je voortgang bij en wees trots op elke stap vooruit. Vergelijk jezelf vooral met jezelf, niet met anderen. Kleine doelen zorgen voor motivatie en maken het leuker.
Wat als je toch een dip hebt?
Iedereen heeft wel eens een mindere dag. Blijf positief tegen jezelf praten, stel kleine doelen en onthoud: elke training is er één. Doorzetten op moeilijke momenten zorgt ervoor dat je steeds sterker wordt.