In internationale gezondheidsrichtlijnen wordt steevast aanbevolen om 150 minuten per week matig tot intensief te sporten, maar een kritische analyse van een groot aantal studies toont nu aan dat de helft minder lichaamsbeweging ook al leidt tot aanzienlijke gezondheidsvoordelen. Dat schrijven onderzoekers in de Canadian Journal of Cardiology. Fysieke inactiviteit is de vierde risicofactor voor een vroegtijdig overlijden. Het zorgt volgens de WHO naar schatting jaarlijks voor 3,2 miljoen doden. Lichaamsbeweging zou de kans op zeker 25 chronische ziektes met 20 tot 30 procent verkleinen, maar hoeveel beweging daarvoor nodig is, is nog altijd onderwerp van discussie. "Een van de grote mythes in de gezondheidswetenschap is de overtuiging dat je minimaal 150 minuten per week matig tot intensief moet sporten om gezondheidsvoordelen te verkrijgen," legt onderzoeker Darren Warburton van de universiteit van British Columbia uit. "Maar er is overtuigend bewijs dat de gezondheidsvoordelen ook al optreden bij beweging met een lagere intensiteit en een kortere duur."