OMT-lid Jan Kluytmans
blikt in NRC terug op de coronapandemie en de rol van het OMT daarbij. De arts-microbioloog geeft grif toe dat de communicatie tussen OMT, politiek en media niet altijd even makkelijk was.
Kluytmans, die ten tijde van de pandemie in het Amphia Ziekenhuis in Breda en het Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis in Tilburg werkte, ontdekte in maart 2020 als eerste dat het coronavirus al veel verder verspreid was dan het RIVM dacht.
"Net op tijd ging het land zes dagen later op slot en mochten ziekenhuizen die nog plek hadden, patiënten van andere ziekenhuizen niet meer weigeren," vertelt hij in NRC. "Een IC-patiënt is duur en ingewikkeld, sommige ziekenhuizen hielden de boot af. Het zijn private instellingen. We zijn toen langs het randje van de afgrond gegaan. Als het een week later was gebeurd, hadden we het nooit gered.”
Te laat ingegrepenKluytmans verwacht dat het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de tweede golf veel steviger zal zijn. "Bij de eerste golf wisten we niet wat er op ons afkwam, daar zijn begrijpelijke fouten gemaakt. Bij de tweede golf is gewoon te laat ingegrepen. We wisten wat er op ons afkwam. De hele zomer was de R-waarde, die laat zien hoe snel het virus zich verspreidt, boven de 1. Dan stijgt het aantal besmettingen snel. Sommige OMT-leden waarschuwden: die tweede golf gaat eerder beginnen dan je denkt. Dat signaal is niet opgepakt in de OMT-vergadering.”
In die tweede golf begon het ook flink te wringen tussen het OMT en de regering. "We hadden toen OMT-overleg ná het Catshuis-overleg over de maatregelen op zondag. De verhouding tussen advies en beleid klopte niet. Dat is aangepast, maar heeft in de aanloop van de tweede golf voor veel frustratie gezorgd. Pas op 14 oktober kwam er een gedeeltelijke lockdown. In die tijd heb ik een aantal keer overwogen om uit het OMT te stappen.”