Duitse wetenschappers hebben ontdekt dat dieren en planten veel slimmer met elkaar communiceren dan we dachten. Het gaat niet alleen om eten en gegeten worden: er bestaat een heel netwerk van geheime signalen.
Het gaat natuurlijk niet letterlijk om een soort ‘internet’. Neem bijvoorbeeld een gier die hoog in de lucht cirkelt. Voor een aasdier is dat een duidelijk teken: ergens ligt een karkas te rotten. De leeuw ziet de hyena een bepaalde richting uitlopen, enzovoort. Zo delen dieren continu informatie met elkaar, ook als ze geen directe band hebben.
Ook bij gevaar werkt dit natuurlijke communicatienetwerk. Als een kudde elanden wolven ruikt, zoeken ze niet alleen dekking in dicht struikgewas, maar waarschuwen ze ook andere dieren in de buurt, al dan niet bewust.
Zelfs de kleinste wezens doen mee aan dit informatiefeestje. Mieren sturen elkaar trilsignalen door de grond om te vertellen waar voedsel te vinden is. En nachtvlinders gebruiken het maanlicht om te navigeren, terwijl spinnen strategisch hun web bouwen op plekken waar insecten door licht worden aangetrokken.
De ontdekking laat zien dat dieren en planten geen passieve wezens zijn die alleen maar reageren op hun omgeving, maar actieve deelnemers in een complex communicatienetwerk. Maar er is een probleem: de mens verstoort dit delicate netwerk. Verkeer, industrie en kunstlicht maken zoveel 'ruis' dat dieren elkaar steeds moeilijker kunnen verstaan.
De onderzoekers waarschuwen dat we niet alleen de leefgebieden van dieren moeten beschermen, maar ook hun communicatielijnen. Want net zoals wij in de problemen komen als het internet uitvalt, raken dieren in de war als ze hun natuurlijke signalen niet meer kunnen uitzenden en ontvangen.