Met alle aandacht voor gezond leven zou je denken dat het aantal jongeren dat sport groeit, maar niets is minder waar. In 2001 was 80 procent van de jeugd nog minstens wekelijks op het sportveld te vinden, nu is dat nog maar 70 procent. Dat blijkt uit cijfers van het Mulier Instituut. "Het kan haast niet anders dan dat de jeugd in de digitale wereld meer afleiding vindt dan op het sportveld", zegt psycholoog en onderzoeker Remko van den Dool in . Veel kinderen hangen rond hun veertiende of vijftiende hun sportschoenen aan de wilgen. Het Mulier Instituut vermoedt dat ze dan hun vrije tijd liever besteden aan Netflix, hun spelcomputer of de smartphone, al valt dat niet met zekerheid te zeggen. "Omdat het een vrij nieuw fenomeen is, kunnen we het wetenschappelijk nog niet vergelijken", zegt Van den Dool. Het Sociaal Cultureel Planbureau komt ook tot de conclusie dat jongeren kiezen voor andere activiteiten dan sport. "Daarbij wordt de sport ingeruild voor computerspelletjes en dergelijke", zegt onderzoeker Annet Tiessen. Bij ouderen zien we een tegenovergestelde trend. Daar is het aantal mensen dat wekelijks sport gestegen van 30 naar 40 procent.