Uit onderzoek van de Okayama University blijkt dat de
kinderen die in de omgeving wonen van de kerncentrale in het Japanse Fukushima een verhoogde kans hebben op schildklierkanker. Sinds het incident tijdens de tsunami in 2011 worden er bij de 370.000 kinderen in de omgeving regelmatig echo’s gemaakt. In 2014 werden bij 25 kinderen verdachte of kwaadaardige gevallen van schildklierkanker ontdekt en in 2015 werd bij 137 kinderen schildklierkanker gediagnosticeerd. Deze aantallen liggen 20 tot 50 maal boven het gemiddelde in andere gebieden in Japan. De schildklier van kinderen groeit sneller dan die van volwassenen, dit maakt ze kwetsbaarder voor de radioactieve jodium die mogelijk is vrijgekomen tijdens het incident met de kerncentrale in 2011. Het rapport van de World Health Organization (WHO) zag schildklierkanker al als een potentieel risico voor de gezondheid, maar vermeldde ook dat het uitermate lastig zou zijn om een verband te leggen tussen het incident en het aantal patiënten met schildklierkanker. Sommige staatsambtenaren en andere gezondheidswetenschappers zetten echter hun vraagtekens bij het onderzoek van de Okayama University. Zo is onvoldoende op individueel niveau gemeten hoeveel de kinderen zijn blootgesteld aan straling van de kerncentrale. Dit maakt het bijna onmogelijk om een direct verband te maken tussen de
kanker en de straling. De resultaten van de studie bieden wel voldoende aanleiding om dit verband verder te onderzoeken.