Wie milieuvervuiling en de opwarming van de aarde wil tegengaan, kan zijn eetpatroon daaraan aanpassen. Zo word je 'klimatariër'. De trend ontstond in de VS, maar ook hier neemt het aantal klimatariërs toe. Anders dan een vegetariër en een veganist mag een klimatariër alles eten, alleen de mate waarin en de manier waarop verschilt van het doorsnee eetpatroon. Zo eet de klimatariër veel minder vlees. De vleesindustrie vormt nu eenmaal een bedreiging voor het
milieu. De klimatariër eet af en toe vlees, vooral omdat hij het lekker vindt. Maar hij kiest daarbij voor vleessoorten die het milieu relatief minder belasten, zoals kip en varken in plaats van rund en lam. De klimatariër wil ook de afvalberg niet nog groter maken en probeert daarom alle restjes te verwerken. Denk daarbij niet alleen aan kliekjes, maar ook resten van etenswaren die je normaal gesproken in de vuilnisbak gooit. Van de top, de punt en de schillen van een wortel of courgette kun je nog altijd groentebouillon maken en van aardappelschillen bak je chips. De klimatariër geeft ook de voorkeur aan seizoensgebonden producten van eigen bodem, omdat het transport van voedingsmiddelen leidt tot een overdaad aan uitlaatgassen. Het liefst haalt hij zijn voedingsmiddelen direct bij de boer. Zo kan hij zien waar zijn eten vandaan komt en verser dan dat kun je het niet krijgen. Bewerkt voedsel wordt ook vermeden. Toegevoegde suikers en e-nummers zijn slecht voor onze gezondheid en die bewerkingen en toevoegingen gebeuren in een fabriek en dat kost ook weer energie. Plastic tasjes en andere verpakkingen zijn natuurlijk helemaal uit den boze. De klimatariër neemt herbruikbare potten en linnen zakken mee als hij boodschappen doet.