Nu de GGD overbelast is, zijn we massaal aangewezen op de zelftest. En dan hoop je maar dat die betrouwbaar genoeg is. Een nieuwe studie van de KU Leuven belooft niet veel goeds.
De wetenschappers stellen dat iemand in de eerste twee dagen na een coronabesmetting net zo besmettelijk kan zijn als in de dagen erna en dat een sneltest in de helft van de gevallen een vals negatief resultaat geeft.
In Nederland is het advies om een zelftest te doen voor je bij iemand op bezoek gaat, maar dat heeft dus niet zoveel nut volgens de Belgische onderzoekers.
Ze volgden 58 mensen die een hoogrisicocontact hadden gehad, elf van hen raakten zelf ook besmet. Twee weken lang werd speeksel afgenomen, de adem getest en met de neuswisser een monster genomen. In de eerste twee dagen na besmetting waren de sneltesten allemaal negatief. Pas vanaf dag 3 kwam de sneltest overeen met de pcr-test. Opvallend: de pcr-test die van de adem werd genomen toonde al veel sneller een maximale lading virusdeeltjes aan om daarna langzaam te dalen.
“We wisten al dat aerosolen een sleutelrol spelen in de verspreiding van het virus, vooral in slecht geventileerde ruimten waar veel mensen samenkomen. Nu hebben we ook ontdekt dat de virale lading in uitgeademde lucht al hoog is in een vroege fase van de besmetting, terwijl op dat moment de helft van de antigeentesten een verkeerd resultaat toont”, zegt professor Dr. Emmanuel André, klinisch microbioloog aan KU Leuven en UZ Leuven en hoofdonderzoeker van de studie tegen Vlaamse krant Het Laatste Nieuws.
“Onze resultaten tonen aan dat een negatieve sneltest vlak voor een bijeenkomst geen garantie biedt dat je niemand kan besmetten, zeker niet als je pas recent aan het virus bent blootgesteld. Een sneltest is nog altijd beter dan geen test, maar een negatief resultaat kan wel een vals gevoel van veiligheid geven. Zeker in de eerste zeven dagen na een hoogrisicocontact kan een negatieve sneltest dus geen quarantaine vervangen”, aldus professor André.
Bron(nen): HLN