Mensen die in grote mate worden blootgesteld aan glyfosaat hebben 41 procent meer kans op non-Hodgkin-lymfoom. Dat concluderen wetenschappers op basis van een groot nieuw , zo schrijft The Guardian. Glyfosaat is de meest gebruikte onkruidverdelger ter wereld. Het wordt door Monsanto verkocht onder de merknaam Roundup. Al jaren staat het middel ter discussie. Zo oordeelde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dat de pesticide waarschijnlijk kankerverwekkend is. De EPA, het Amerikaanse federale milieuagentschap, stelt echter van niet, waardoor de onkruidverdelger nog steeds gebruikt mag worden. De studie komt op een moment dat verschillende landen overwegen om het gebruik van glyfosaat aan banden te leggen.
Tevens lopen er op dit moment 9.000 rechtszaken in de VS tegen Monsanto en de Duitse eigenaar van het bedrijf Bayer van mensen die kanker zeggen te hebben door het middel. Een eerdere rechtszaak is gewonnen door een patiënt. Hoewel Monsanto blijft ontkennen dat er een link is tussen kanker en het bestrijdingsmiddel lijkt het erop dat het net zich begint te sluiten. De nieuwe studie is gepubliceerd in vakblad waarvan EPA-onderzoeker David DeMarini hoofdredacteur is.
Ook zijn drie van de andere onderzoekers betrokken bij de EPA. Als zij nu gezamenlijk stellen dat het middel wel degelijk kankerverwekkend is dan kan de organisatie daar bijna niet om heen. De onderzoekers zeggen dat hun meta-analyse anders is dan andere onderzoeken, juist omdat het zich richt op extreme blootstelling aan de pesticide, zoals bijvoorbeeld bij
boeren het geval is. "Dit rapport maakt meer dan eerdere analyses duidelijk dat er een verhoogd risico is op non-Hodgkin-lymfoom door blootstelling aan glyfosaat," vertelt onderzoeker Lianne Sheppard van de universiteit van Washington. "Vanuit het oogpunt van de volksgezondheid zijn er grote zorgen." Sheppard was een van de adviseurs van EPA die de organisatie erop wees dat er niet de juiste wetenschappelijke protocollen zijn gevolgd bij het bepalen van de relatie tussen glyfosaat en kanker.