Patiënten die tijdens de coronapandemie een ziekenhuisoperatie moesten ondergaan bleven korter in het ziekenhuis en werden na de ingreep ook iets minder vaak naar de intensive care gebracht. Toch lijkt het er volgens nieuw onderzoek op dat ze daar geen nadelen van hebben ondervonden. Na chirurgische ingrepen deden zich niet meer complicaties of sterfgevallen voor, schrijven onderzoekers van diverse Nederlandse ziekenhuizen in het wetenschappelijke British Journal of Surgery.
"Deze studie laat het potentieel zien voor nog efficiëntere chirurgische zorg", concluderen de specialisten van onder meer het UMC Groningen en Amsterdam UMC. Ze wijzen erop dat dit ook hard nodig is om alle uitgestelde zorg te kunnen inhalen.
Gemiddeld werden tijdens de tweede golf van coronabesmettingen 3 procent minder patiënten na een chirurgische ingreep naar de intensive care gebracht. Dat was een kwestie van noodzaak, omdat ziekenhuizen werden overspoeld met coronapatiënten en zuinig met hun bedden moesten omspringen. Terugkijkend zien de onderzoekers nu dat dit geen problemen met zich meebracht.
Oncologische ingreep
Kankerpatiënten bleven in coronajaar 2020 gemiddeld ook een dag korter in het ziekenhuis rond een oncologische ingreep: geen zes dagen, maar vijf. Ook daarvan zien de onderzoekers in hun gegevens geen nadelen.
Op basis van dit onderzoek kan het weleens verstandig zijn om de standaard ic-opnames na bepaalde operaties nog eens goed tegen het licht te houden, vinden de specialisten.